De minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten verscherpt de eisen voor projecten met zonnepanelen in de subsidieregeling SDE++ 2022. De netaansluiting mag maximaal 50% van het piekvermogen van de zonnepanelen zijn. Met deze bepaling neemt de minister het advies over van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Zij hebben dit namelijk voorgesteld.
Op het Energy Storage event van vorige week, waar ik zelf de sessie “The Potential Of Storage To Mitigate Grid Congestion” mocht modereren, was dit besluit het gespreksonderwerp van de dag. In nagenoeg iedere presentatie werd de capaciteitskaart van Nederland getoond. Op deze kaart is goed inzichtelijk gemaakt dat Nederland een groot probleem heeft met haar netinfrastructuur.
Mijn sessie ging over de (on)mogelijkheden van batterijen om congestieproblemen op te lossen. Sommige beleidsbepalers en beleidsbeïnvloeders hebben namelijk het idee dat de 50% ‘aftopping’ van zonne-energieprojecten, waarmee dus een deel hernieuwbare elektriciteitsproductie wordt weggegooid, wordt opgelost met batterijen. Dit zal echter niet zo zijn. Dit bleek ook uit een rondgang onder marktpartijen. Zij geven aan niet in batterijen te investeren om congestie op te lossen. De inkomsten zijn te laag en te onzeker.
Bij mij kwam de vraag op in welke mate een batterij de door een zonnepark veroorzaakte congestie rendabel op kan lossen door een batterij bij het zonnepark te plaatsen.
Van een oud-collega heb ik de productiedata ontvangen van een zonneparkje met de volgende kenmerken:
1.920 zonnepanelen van 395 Wattpiek per paneel. Een vermogen dus van 758,5 kiloWattpiek;
10 omvormer van 66 kW (het zonneparkje wordt dus feitelijk al afgetopt op 87%);
de capaciteit van de netaansluiting is 630 kVA (aftopping is daardoor al 83%); en
de oriëntatie is zuid en de panelen hebben een hellingshoek van circa 27,5 graden.
Ik heb zowel de uur- als de kwartierdata ontvangen en daarmee ben ik de opbrengsten gaan berekenen.
Opgemerkt dient te worden dat de maximale productie op kwartierbasis 155,6 kWh en op uurbasis 614,6 kWh was. Het betreft de periode vanaf 1 april 2021 (geen grap) tot en met 31 maart 2022. Hierdoor reken ik met een jaaropbrengst én met de meest recente uurprijzen van de EPEX-Spot als de meest recente verrekenprijzen op de onbalansmarkt.
Afgelopen twaalf maanden heeft het park met 660 kW omvormervermogen 763.102 kWh geproduceerd. Aftopping van het vermogen van het zonnepark naar 70% (dus 70% van 758,5 kWp) zorgt voor een daling in de productie van 8.203 kWh (-1,1%) en aftopping van het vermogen naar 50% (dus 50% van 758,5 kWp) zorgt voor een extra productiedaling van 71.768 kWh. Het totale productieverlies komt hierdoor uit op 79.792 kWh waarmee het verlies uitkomt op slechts 10,5% van de oorspronkelijke productie.
Wanneer we de uurproductie koppelen aan de uurprijzen van de EPEX-Spot Day-Ahead, dit is tevens de onderliggende waarde voor de berekeningen van de hoogte van de uitkeringen op basis van de subsidieregeling SDE, zien we de volgende opbrengsten bij de verschillende productieniveaus.
De SDE-regeling keert alleen subsidie uit tussen het afgegeven basisbedrag en het definitief vastgestelde correctiebedrag. De SDE-regeling biedt investeerders gedurende meerdere jaren gegarandeerde inkomsten in het geval de marktprijzen voor de energie onder het afgegeven basisbedrag liggen. Op dit moment liggen de marktprijzen voor het gros van de tot nu toe afgegeven SDE-beschikkingen ruim boven de aangevraagde basisbedragen.
Stel nu dat de productie van het zonnepark niet wordt aangeboden op de EPEX-Spot Day-Ahead, maar iedere dag wordt geleverd in onbalans. Het invoeden van het zonnepark wordt dan afgerekend tegen de verrekenprijzen van de onbalansmarkt. Door de aanwas van zonne-energieproductie kan dit in de toekomst een alternatief inkomstenmodel worden. De verdiensten zijn dan als volgt.
Veel zonneparken maken tegenwoordig gebruik van curtailment. Curtailment is het tijdelijk afschakelen van een energieproductiemiddel om daarmee te voorkomen dat wordt ingevoed tegen negatieve prijzen of om simpelweg meer te verdienen door af te schakelen.
Wanneer de gerealiseerde verrekenprijzen op de onbalans worden vergeleken met de gerealiseerde uurprijzen op de EPEX-Spot Day-Ahead, zien we dat het zonder aftoppen in 889 kwartieren van het jaar (2,54%) financieel interessant was om te curtailen.
Wanneer je curtailt, wijk je in principe af van je forecast en neem je (volgens de regels van de energiemarkt) af in onbalans. De verwachte te produceren stroom (de forecast) heb je de dag ervoor al verkocht op de EPEX-Spot. Doordat je het zonnepark uitschakelt, lever je niet meer aan het net en dat ‘tekort’ koop je dan in tegen de onbalansprijs van dat moment. Dit is vooral interessant wanneer de onbalansprijs negatief is, want dan krijg je op de onbalansmarkt betaald om af te nemen. Dit moet dan wel meer opleveren dan de prijs op de EPEX-Spot Day-Ahead. In de rekenvoorbeelden heb ik geen rekening gehouden met eventueel gemiste SDE-inkomsten. Deze kunnen per beschikking verschillen op basis van zowel het aangevraagde basisbedrag als de basisenergieprijs van de beschikking. Voor het principe van curtailment maakt het echter niet uit en kun je dit meenemen in de overweging om al dan niet af te schakelen.
De opbrengsten die het park genereert wanneer optimaal curtailment wordt toegepast, zijn als volgt.
In slechts 135 (15,2%) kwartieren was de prijs op de EPEX-Spot Day-Ahead negatief. In de overige 754 kwartieren (84,8%) was de EPEX-Spot Day-Ahead prijs dus nul of hoger. Maar toch was het in veel gevallen interessanter om het park af te schakelen.
Wanneer de zonexploitant het overschot aan zonne-energie volledig opslaat in een batterij om later in te voeden in het net (load shifting), moet de batterij de volgende specificaties hebben:
bij aftopping naar 70% een vermogen van (afgerond naar boven) 100 kW en een capaciteit van (afgerond naar beneden) 300 kWh, en
bij aftopping naar 50% een vermogen van (afgerond naar boven) 250 kW en een capaciteit van (afgerond naar boven) 1.000 kWh.
In relatie tot het aantal gemiste kilowatturen zijn de investeringen in batterijen met dergelijke specificaties veel te hoog en dus onrendabel. Andere specificaties van de batterij en deze grotendeels inzetten op andere markten is voor exploitanten op dit moment veel rendabeler.
De conclusie is dat op dit moment niemand investeert in een batterij bij een zonnepark om daarmee de elektriciteit op te slaan die anders verloren gaat. De batterijspecificaties zijn ongunstig en daardoor te duur. Daarnaast is curtailen, het simpelweg weggooien van de duurzaam opgewekte elektriciteit, een oplossing die niet alleen veel goedkoper is maar ook nog eens veel meer oplevert.
De titel geeft een brede conclusie ("alle congestie") terwijl de eindconclusie een heel beperkte (en terechte) is. Maar een batterij combineren met een zonnepark vanwege andere redenen of een batterij gebruiken om algemene congestie op te lossen is wel degelijk een goed idee en zeker rendabel.